Het Einde van Ontheemding

Alles begint met een kus.

Een kus is het begin.

De volgende kus is het begin.

En de volgende kus blijft het begin!

Jouw lippen… en mijn tong.

Hartstocht opgewekt in een oogwenk.

Troosteloos blijven onze handen zoeken 

in de buidels van onze ziel.

Mijn hand... en jouw roos!

De ontwaking van de lente.

De dauw op de rozenblaadjes

luidt de ontwaking van mijn slakkenziel.

De ontknoping van jouw rosenknoppen.

De ontplooiing van de rozenblaadjes.

De ontspanning van jouw buik.

En ineens...

ineens ben jij een grote golf,

in een oceaan van zachtheid,

die mijn zeilen overspoelt.

En mijn zeilen reiken,

over drie dimensionale masten,

tot aan jouw regenboog.

De doornen van jouw tepels,

schaven zachtjes tegen mijn huid aan.

Wij zeilen een tijd lang samen

op de golven van de liefde,

Een tijd lang… zeilen wij samen

op de golven van de liefde.

Een tijd lang zeilen wij samen.

Een tijd lang… samen!

En samen… spoelen wij aan

op de beschuimde stranden

van een eenzaam eiland.

In een oogwenk wisselen

de jaargetijden van mijn ziel

elkaar af.

En ik realiseer mij ineens

dat jouw vrouwelijkheid herbergt

een woeste golf van hartstocht,

een oceaan van zachtheid,

een aanlokkelijk woeste baai

tussen de grillige rotsen van de liefde. 

Waar ik, enigzins moedeloos,

blijf zoeken

naar het einde van ontheemding.